In musea kom je ze regelmatig tegen: wikkelringen uit de Bronstijd en de tijd van de Romeinen en de Vikingen. De vorm blijft fascineren, want door de millennia heen komt dit ontwerp steeds weer terug. De bodemvondsten zijn vaak aangetast door de tijd en het lange verblijf in de grond. Ook na het schoonmaken zie je de grote ouderdom er duidelijk aan af, zoals bij deze ring met dubbele slangenkop.
Of deze:
En deze uitvoering uit de Bronstijd is zelfs nog een paar duizend jaar ouder!
Eigenlijk is het ongelooflijk dat deze sieraden zo lang bewaard zijn gebleven, en dat na al die jaren iemand ze heeft gevonden!
Als ik er zo naar kijk, dan word ik toch wel nieuwsgierig naar hoe zo'n ring er vroeger uit heeft gezien, toen hij pronkte aan de vinger van de originele drager. Gelukkig is dat niet zo moeilijk na te gaan. Ik begin met een stukje rond koperdraad.
Het draad is behoorlijk krom, maar dat is op de vlaktas zo verholpen.
De slangenring is gemaakt van halfrond draad, dus ik zet twee profielen in de wals: een gladde en een halve ronde. Daarmee kan ik van het ronde draad halfrond draad worden. De draad wordt door het walsen ook een flink stuk langer
De halfronde draad wikkel ik om een metalen staak, de triboulet. Deze gebruiken we normaal om ringen mooi rond te hameren, maar nu kan hij mooi dienstdoen als buigmal.
Als het koperdraad eenmaal om de triboulet gewikkeld is, kan ik het met de zachte hamer mooi rond kloppen.
Voor de slangenkoppen moet ik de beide uiteinden van het draad pletten. Dat lukt niet met de zachte hamer, dus nu is het metaal op metaal: BAM!
Het ene uiteinde wordt de kop van de slang, dus daar maak ik met een pons twee ogen in.
Het andere uiteinde wordt de staart, dus die krijgt een mooie puntige vorm.
Zo ziet de ring eruit als hij van de triboulet af komt:
En zo na het poetsen. Het metaal glimt je werkelijk tegemoet!
Dus zó heeft die ring eruit gezien, duizend jaar geleden...
In onze webshop vind je een aantal replica Vikingringen, waarvan het ontwerp gebaseerd is op voorbeelden van duizenden jaren oud.
En dan ben ik toch nieuwsgierig. Zou men over 1.000 jaar misschien...
Wat heb ik toch een prachtig vak!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten